CZW20120231 - page 18

16
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
voldoende
goed
onvoldoende
PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 JEUGDZORG - Fase 3
Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
E Samenwerken en
overleggen
–– afstemmen
–– anderen raadplegen en
betrekken
P
Dit betekent dat:
• je tijdig en regelmatig overlegt bij de uitvoering van de
opvang en begeleiding met collega’s
• je anderen raadpleegt als dat nodig is en weet wat de
consequenties zijn van je eigen acties
• je je zo opstelt dat de samenwerking in het team soepel
verloopt
zodat:
• je de gezamenlijke dienstverlening eenduidig en soepel laat
verlopen.
Q Plannen en
organiseren
–– doelen en prioriteiten
stellen
P
Dit betekent dat:
• je duidelijke doelen formuleert bij (het overdragen van) je
werkzaamheden en mogelijke knelpunten aangeeft
zodat:
• je werkzaamheden voor je collega’s duidelijk zijn
• je de kwaliteit en continuïteit van de opvang en begeleiding
waarborgt.
Bewijsstukken Kwalificerend
A.
De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
B.
Bewijs van:
je deskundigheidsbevordering door deelname aan
scholing en training
voldoen aan richtlijnen en beleid van de organisatie
het afstemmen van je handelen met betrokkenen en
samenwerkingspartners.
Feedback van collega’s op je functioneren in
overlegsituaties en collegiale consultatie.
3.1
3.3
K
E - Q
C.
Beschrijving van de begrippen:
bejegening, veiligheid en regievoering
Beschrijving van het eigen handelen in overeenstemming
met de richtlijnen en mogelijke dilemma’s.
3.2
T
D.
Plan van aanpak voor het beroepsproduct.
Presentatie van en feedback op het beroepsproduct.
3.1
K
Aanvullende of vervangende bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
Cesuur
In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.
ja
nee
1...,8,9,10,11,12,13,14,15,16,17 19,20
Powered by FlippingBook