32
Allround Verspaner
Begeleidersinformatie
Het liefst begint de leerling direct aan de
projecttaak. Maar hem moet duidelijk gemaakt
worden dat goed werk niet zonder een goede
voorbereiding kan.
Voorbereiding
Onderdelen van een goede voorbereiding zijn:
• De theorie leren die nodig is om de projecttaak
goed uit te kunnen voeren.
• Ervoor zorgen dat de leerling de vaardigheden
goed beheerst.
• Laat de leerling de lijsten van gereedschappen
en materialen gebruiken uit stap 1 om een
werkvoorbereiding te maken.
• Natuurlijk kijkt de leerling ook naar de beste
werkvolgorde.
Uitvoering
Laat de leerling niet eerder met de uivoering
beginnen voordat er een goedgekeurd plan van
aanpak is en een goede voorbereiding. Een goede
voorbereiding betekent voldoende theorie en praktijk
om de projecttaak geslaagd uit te voeren met de
juiste kennis en vaardigheid.
Controle
Bij de controle bekijkt de leerling zijn eigen product
en onderwerpt het aan een kritische controle. Hierbij
moet hij evaluerende vragen kunnen beantwoorden
over het doorlopen leerproces. Bijvoorbeeld: voldoet
het product aan de gestelde eisen; hoe controleer
je dat; welk proces heb je doorlopen en wat voor
procedures zijn er gebruikt?
De vaardigheden die hierbij worden beoefend zijn:
• Gereedschappen samenstellen en plaatsen
• Programma laden/oproepen
• Gereedschappen afstellen
• Programma handmatig invoeren
• Simuleren aan de machine
• Product verspanen
• Product meten op de machine
• Afwijkingen corrigeren
• Product volgens tekening maken
• Meten volgens tekening
• Meetrapport
Theorie
Vakleer
De vaardigheden die hierbij worden beoefend zijn:
• Voorinstellen
• Nulpunten
• Gereedschapkeuze (positie)
• Koeling aan/uit
• Startpositie
• Gereedschapwisselpositie
• Vlakken
• Cycli
• Machinebediening
• Programmeren
• Omgaan met CNC-simulatie software
• Meetgereedschappen
• Meetrapport
Nederlands
Bij Nederlands maken wij gebruik van de
drieslagmethode:
1.
Werken met het communicatiemodel, zie
Basisdocument.
2.
In te leveren resultaten beoordelen op basis van
Raamwerk Nederlands.
3.
Signalering van taalproblemen.