7 Nederlands en Moderne Vreemde Talen
53
Modificatie en overdracht
7.2 Nederlands
Bespreek met je docent Communicatie/Nederlands met welke
producten je je kunt kwalificeren en aan welke eisen deze producten
moeten voldoen.
Begeleiding
De richtlijnen zijn gebaseerd op het Raamwerk Nederlands en het kwalificatiedossier.
Het taalniveau van de student wordt aangetoond door kwalificerende beoordelingen van
de verschillende taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn: Lezen, Luisteren, Schrijven,
Spreken en Gesprekken voeren.
Vanaf 2010-2011 worden de referentieniveaus van Meijerink opgenomen in de
kwalificatiedossiers.
Van elke vaardigheid moet minstens een kwalificerende beoordeling komen. Voor de
vaardigheden schrijven en gesprekken voeren kunt u er voor kiezen meerdere producten
kwalitatief te beoordelen. Vooraf zal wel duidelijk vastgelegd moeten zijn onder welke
omstandigheden en volgens welke normen er wordt beoordeeld.
Per examenopdracht is er een aantal momenten waarop de verschillende vaardigheden
kunnen worden beoordeeld.
7.3 Moderne Vreemde Talen (Engels)
Bespreek met je docent voor welke onderdelen je je nog moet
kwalificeren en met
welke producten of activiteiten je dat kunt doen.
Begeleiding
In de beroepstaken worden de studenten niet aangestuurd iets in het Engels of in een
andere moderne Vreemde Taal te doen. Met enige creativiteit kunt u producten, gesprekken
of presentatie wel gebruiken om de Engelse vaardigheden te ontwikkelen en te toetsen. U
dient de studenten en de collega’s daartoe dan wel duidelijk te instrueren.
Hierdoor ontstaat tijdens de kwalificering in consistentie met het opleidend traject, de meest
gewenste situatie n.l. dat de MVT is geïntegreerd in de beroepspraktijk van de student.