CZW20120110 - page 14

12
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
VERPLEEGKUNDIGE - Fase 2
voldoende
goed
onvoldoende
Werkproces 1.4 Begeleidt de zorgvrager
C Begeleiden
–– adviseren
–– motiveren
P
Dit betekent dat:
• je de zorgvrager een sturende, motiverende of activerende
begeleiding biedt
• je de zorgvrager stimuleert om handelingen en activiteiten
zo veel mogelijk zelf uit te voeren
• jemantelzorgers, naasten adviseert op welke wijze ze hun
draagkracht kunnen versterken
zodat:
• de zorgvrager een positieve instelling heeft en vertrouwen
heeft in eigen kunnen
• mantelzorgers en naasten niet overbelast raken.
D Aandacht en begrip
tonen
–– interesse tonen
–– verdraagzaamheid en
welwillendheid tonen
–– bezorgdheid tonen voor de
ander
P
Dit betekent dat:
• je betrokkenheid toont bij het fysieke enmentale welzijn van
de zorgvrager
• je de zorgvrager behandelt met respect en geduld
zodat:
• er een goede onderlinge relatie bestaat die als basis dient
voor de begeleiding bij de zelfredzaamheid.
R Op de behoeften en
verwachtingen van de
klant richten
–– klanttevredenheid in de
gaten houden
P
Dit betekent dat:
• je controleert of je aan de verwachtingen en wensen van de
zorgvrager en zijnmantelzorgers, naasten voldoet
• je zo objectief mogelijk vaststelt of de zorgvrager tevreden is
zodat:
• de zorgvrager en zijnmantelzorgers, naasten tevreden zijn
en blijven over je begeleiding bij de zelfredzaamheid.
Werkproces 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie
I Presenteren
–– duidelijk uitleggen en
toelichten
–– op de toehoorder(s)/
toeschouwer(s) inspelen
P
Dit betekent dat:
• je onderwerpen duidelijk en correct uitlegt
• je in je stijl van communiceren rekening houdt met de
doelgroep
• je regelmatig controleert of de informatie goed is
overgekomen
zodat:
• de doelgroep beschikt over relevante informatie en jij
deskundig advies geeft.
L Materialen en
middelen inzetten
–– geschiktematerialen en
middelen kiezen
P
Dit betekent dat:
• je voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of
instructiematerialen kiest en gebruikt die aansluiten bij het
onderwerp
zodat:
• je de juistematerialen enmiddelen inzet.
1...,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13 15,16,17,18
Powered by FlippingBook