CZW20120110 - page 15

13
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
UITVOEREN VAN VERPLEEGTECHNISCHE VAARDIGHEDEN
voldoende
goed
onvoldoende
Werkproces 1.8 Coördineert de zorgverlening
B Aansturen
–– richting geven
–– instructies geven
–– taken delegeren
P
Dit betekent dat:
• je weet wat de doelen en prioriteiten van de zorgverlening
zijn
• je weet wat relevante informatie/instructies zijn van en voor
collega’s en betrokkenen
zodat:
• je deze op de juiste wijze informeert en instrueert.
E Samenwerken en
overleggen
–– anderen raadplegen en
betrekken
–– afstemmen
P
Dit betekent dat:
• je indien nodig anderen deskundigen raadpleegt
• jemet hen tijdig en regelmatig overlegt
zodat:
• de expertise van betrokkenen optimaal wordt afgestemd en
ingezet.
Q Plannen en
organiseren
–– activiteiten plannen
–– tijd indelen
–– mensen enmiddelen
organiseren
P
Dit betekent dat:
• je je werkzaamheden in een logische volgorde plant en regelt
• je zo nodigmaterialen, middelen en apparatuur inzet
zodat:
• de werkzaamheden binnen de beschikbare tijd en
mogelijkheden worden uitgevoerd.
1...,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14 16,17,18
Powered by FlippingBook