Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  13 / 58 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 13 / 58 Next Page
Page Background

13

Frezen CAD

BEGELEIDERSINFORMATIE

Nederlandse Taal: een samenwerking tussen de taaldocent en de rest van het team

De ondersteuning en beoordeling van taalactiviteiten is niet alleen een taak van de docent Nederlands, maar van

het hele opleidingsteam. Door niet alleen in ingeroosterde uren met taal bezig te zijn, maar consequent binnen

het hele opleidingsteam aandacht aan taalontwikkeling te besteden, kunnen studenten ‘kilometers’ maken,

waardoor ze hun taalniveau op peil brengen en houden. Dit noemen we de ‘Drieslag Taalontwikkeling’.

1e Slag

De studenten moeten de kans krijgen hun Nederlands te verbeteren.

Daarom moeten zij veel lezen,schrijven, luisteren en spreken.

Bij alle docenten

In alle lessen

Op de werkvloer

Het is de bedoeling dat de student in deze situaties op zijn taalgebruik feedback krijgt.

2e Slag

Elke MBO’er heeft begeleiding nodig van een docent Nederlands.

Zo kan hij zich voorbereiden op goed taalgebruik in allerlei beroepssituaties.

In deze slag komen de specifieke taalvaardigheden aan bod.

3e Slag

Een aantal studenten heeft specifieke problemen met het Nederlands van de opleiding.

Aparte lessen zijn dan nodig. In overleg met zijn begeleiders gaat de student dan lessen volgen om zijn tekorten

weg te werken. De studenten werken onder begeleiding van een taaldocent aan deze problemen.

Taalkaarten Nederlands

Voor de beroeps- en projecttaken heeft Consortium taalkaarten ontwikkeld, die aansluiten op de vaardigheden

en subvaardigheden van het referentiekader Meijerink.

De taalkaarten geven de student en docent een beknopt overzicht aan welke eisen de talige producten van

de beroeps- en projecttaken moeten voldoen. Ze bieden ook een aanknopingspunt voor het ontwikkelen van

lesprogramma’s en toetsing.

In de begeleidershandleiding zijn per stap suggesties voor het gebruik van taalkaarten aangegeven.

De taalkaarten Nederlands zijn ontwikkeld voor de volgende taalvaardigheden:

Spreken/Gesprekken voeren

1. Reflectiegesprek

2. Functioneringsgesprek

3. Telefoneren

4. Werkoverleg en vergaderen

5. Discussie