14ZW4PBFB2 - page 7

Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg/specifieke doelgroepen
Fase 2
7
3
Uitvoeren
De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de
voortgangsbeoordelingslijst.
De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of beoordeling specifieke bewijsstukken.
Maak hierover afspraken met je begeleider(s).
Opdrachten
A. Informatie verzamelen over grensoverschrijdend gedrag
Je verzamelt informatie over grensoverschrijdend gedrag. Je gebruikt de verzamelde informatie om een
folder samen te stellen voor toekomstige collega’s met instructies (do’s en don’ts).
Je verzamelt informatie, onder meer in de BPV instelling:
• wat wordt in de BPV instelling verstaan onder grensoverschrijdend gedrag?
• ervaringen van collega’s en je eigen ervaring met grensoverschrijdend gedrag
• om welke normen en waarden gaat het bij die ervaringen?
• wat zijn de richtlijnen in de BPV instelling voor het omgaan met grensoverschrijdend gedrag en welke
wet- en regelgeving is van toepassing?
• weten jij en je collega’s wat je moet en kunt doen bij voorkomende vormen van grensoverschrijdend
gedrag?
• raadpleeg ook overige relevante informatiebronnen zoals de beroepsvereniging en de beroepscode
Folder grensoverschrijdend gedrag WP 2.4: U
B. Plannen en uitvoeren van een groepsactiviteit op sociaal en maatschappelijk gebied
Je bereidt een groepsactiviteit op sociaal en maatschappelijk gebied voor en maakt een plan voor de
uitvoering.
Je stemt je plan af met betrokken collega’s en bespreekt:
• hoe je rekening houdt met de situatie, wensen en behoeften van de individuele cliënt én het
groepsbelang
• wat je doet om de sfeer goed te maken en te houden
• wat je doet om risico’s te vermijden, gevaar en schade voorkomt
• op welke signalen je let in het gedrag van de individuele cliënt en bij de interactie tussen cliënten
• wanneer en hoe je feedback geeft aan de individuele cliënt
• hoe je de sfeer en de onderlinge contacten bespreekbaar maakt in de groep.
Plan groepsactiviteit WP 3.3: Q.
Gedragsbeoordeling WP 2.4: C, U; WP 3.3: E
C. Evalueren van de groepsactiviteit
Je evalueert de groepsactiviteit met de cliënten en de betrokken collega’s.
Kies voor de evaluatie met de cliënten een vorm waardoor zij hun mening kunnen geven.
Je neemt de evaluatie met de cliënten op in het evaluatieverslag. In het verslag beschrijf je ook hoe je
tijdens de activiteit hebt gewerkt aan de aandachtspunten van opdracht B. Het evaluatieverslag bespreek
je met de betrokken collega’s. Trek conclusies over je geboden ondersteuning en neem dit op in je
verslag.
Evaluatieverslag WP 3.6: J, M
Gedragsbeoordeling WP 3.6: D
I,1,2,3,4,5,6 8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,...53
Powered by FlippingBook