Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  29 / 56 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 29 / 56 Next Page
Page Background

29

Afbeelding 7:

OEFENING PONSEN

Bij staalconstructiesmoeten, op punten waar verschillende profielen

bij elkaar komen, de einden van de profielen aan elkaar worden

verbonden. Dat kan door lasverbindingen te maken, maar ook door

bout- of klinkverbindingen te gebruiken. Voor het maken van bout-

en klinkverbindingen moeten gaten gemaakt worden in de profielen

en platen. Dit kan door gaten te boren, maar ook door gaten te

ponsen.

1

Voorbereiding oefening

1 Zoek informatie op over soorten ponsmachines voor het ponsen

van profielen. Kijk op internet en vraag documentatie aan.

2 Welke soort ponsmachine staat in de werkplaats waar jij

werkt?

3 Ga na, in het bedrijf waar je werkt, tot welke dikte van het

materiaal en welke diameter nog geponst kan worden.

4 Welke veiligheidsmaatregelenmoeten genomen worden bij het

ponsen? Denk daarbij niet alleen aan persoonlijke

veiligheidsmaatregelenmaar ook aan veiligheidsvoorzieningen

aan de machine.

5 Geef een omschrijving van het ponsproces.

6 Wat is het nadeel van ponsen ten opzichte van boren?

7 Wat is het voordeel van ponsen ten opzichte van boren?

8 Bereken de ponskracht die nodig is om een gat te ponsen met

een diameter van 18 mm in een plaat van 10 mm dik. De

afschuifsterkte van het materiaal is 250 N/mm².

9 Waarom is het belangrijk dat de ponsnippel en de snijplaat

goed ten opzichte van elkaar gecentreerd zijn?

10 Wat wordt er met het begrip ‘snijspeling’ bedoeld?

11 Waarom is er een bepaalde snijspeling nodig?

12 Wat is de vuistregel voor de ponsdiameter in verhouding tot de

materiaaldikte?

13 Wat gebeurt er als de slaglengte waarmee je ponst te klein is?

14 Waarvoor dient een ‘afstroper’ bij een ponsmachine?

Er zijn geen oefeningen voor ponsen opgenomen in deze

beroepstaak. In plaats daarvan ga je in overleg met je

praktijkopleider ponswerk doen in het (stage)bedrijf waar je werkt.

Als in het bedrijf waar je werkt die mogelijkheid niet aanwezig is,

overleg dan of je niet een dag mag meelopen in een collegabedrijf

waar dat wel kan.