Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  36 / 54 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 36 / 54 Next Page
Page Background

BEROEPSTAAK

MIG/MAG 1

36

Afbeelding 13:

OEFENING BUITENHOEKLASSEN

De lasnaadvormen die je tot nu toe gemaakt hebt, waren allemaal

redelijk goed te overzien tijdens het lasproces. Vooral bij een

(binnen)hoeklas kan wat de richting betreft weinig fout gaan. Bij een

buitenhoeklas zijn sommige zaken wat lastiger te overzien.

1

Voorbereiding oefening

1 Hoe ziet de lasaanduiding van een buitenhoeklas er uit? Maak

er een tekening van.

2 Een binnenhoeklas mag een beetje bol zijn. Een buitenhoeklas

moet bol zijn. Hoe groot moet de bolheid van een buitenhoeklas

zijn?

3 Bij een buitenhoeklas moet de doorlassing goed zijn. Wat wordt

daarmee bedoeld?

4 Om een goede doorlassing te krijgen moet het materiaal

worden gehecht met de juiste vooropening. Waar leggen we

dan bij voorkeur de hechtlassen?

5 Wat gebeurt er als je te weinig of te zwakke hechtlassen legt?

6 Waarom moet je bij het lassen van een buitenhoeklas een

zwaaiende beweging maken met het laspistool?

7 Soms worden buitenhoeklassen in meerdere lagen gelegd. Zet

in een schema voor een las in drie lagen welke lagen je stekend

of trekkend last en met welke stroomsterkte en spanning je dit

zou gaan doen.

8 Wat wordt bedoeld met de term ‘overbloezing’?

9 Wat kun je aan de doorlassing zien wanneer de eerste laag

stekend of trekkend is gelast?

10 Waarom is het gevaarlijk als je in een natte omgeving staat te

lassen?

11 Welke nabewerking moet je doen als je klaar bent met het

leggen van de lassen?

12 Hoe groot mag het koolstofpercentage in staal zijn om nog

zonder speciale maatregelen te kunnen lassen?

13 Hoe komt het dat een werkstuk nadat het gelast is, krom of

scheef is geworden?

14 Hoe zou je dit krom of scheef worden kunnen voorkomen?

15 Aan de binnenkant van het gasmondstuk ontstaat na verloop

van tijd een rand van aangehechte lasspatten. Wat is het gevolg

hiervan?

16 Op welke manier kun je het aanhechten van spatten beperken?

17 Waarom moet de draadgeleider in het slangenpakket

regelmatig doorgeblazen worden met schone en droge

perslucht?