STAP 3
uItVoErInG En ControlE
27
Installeren riolering
1.7
Beproeven
van installatie
K Vakdeskundigheid toepassen
•
Beproeft leidingsystemen volgens geldende normen en voorschriften,
zodat
hij kan
vaststellen dat de installatie veilig en betrouwbaar functioneert.
•
Werkt veilig en volgens de milieuvoorschriften.
l Materialen en middelen inzetten
•
Zorgt voor efficiënt en goed gebruik van materialen en gereedschappen nodig voor
het beproeven van de sanitaire installatie.
S Kwaliteit leveren
•
Beproeft de sanitaire installatie systematisch,
zodat
fouten er geen fouten over het
hoofd gezien worden.
1.8
Instellen van
componenten
en installatie
K Vakdeskundigheid toepassen
•
Stelt toestellen en appendages in volgens geldende normen en richtlijnen.
•
Controleert voortdurend en lost voorkomende problemen op,
zodat
de sanitaire installatie
veilig en betrouwbaar werkt.
S Kwaliteit leveren
•
Stelt de sanitaire installatie zorgvuldig in,
zodat
fouten niet over het hoofd kunnen worden
gezien en de sanitaire installatie volgens specificaties functioneert.
C Begeleiden
•
Adviseert, beantwoordt vragen en geeft goede feedback aan collega’s,
zodat
zij het
werk goed uitvoeren en groeien in zelfstandigheid.
1.9
Begeleiden
installatie-
werkzaam-
heden
C Begeleiden
•
Adviseert, beantwoordt vragen en geeft goede feedback aan collega’s,
zodat
zij het
werk goed uitvoeren en groeien in zelfstandigheid.
E Samenwerken en overleggen
•
Overlegt met de klant en overige betrokkenen over de uitvoering van de
werkzaamheden,
zodat
de werkzaamheden op elkaar zijn afgestemd en volgens
planning kunnen worden uitgevoerd.
Q Plannen en organiseren
•
Verdeelt werkzaamheden, houdt rekening met andere monteurs, bewaakt voortgang
van het werk,
zodat
het werk loopt volgens planning en vlot kan worden uitgevoerd.
In deze stap ga je de projecttaak uitvoeren. Je installeert de
rioleringsinstallatie zoals je dat in je plan van aanpak hebt
vastgelegd. Daarna controleer je het eigen werk.
Je controleert op eventuele fouten. De installatie wordt getoetst aan
de voorschriften en de installatievoorschriften van de verschillende
leveranciers (fabrikanten).
Eventuele fouten kun je dan zelf herstellen.
Je moet je eigen werk onderwerpen aan een kritische controle.
In de gesprekken met je praktijkbegeleider over je uitgevoerde
uItVoErInG En ControlE