5
Apparatuur/Installaties gebruiksklaar maken
INTRODUCT I E
In deze projecttaak
In deze projecttaak ga je een apparaat/installatie gebruiksklaar maken of
inregelen.
Je krijgt van je praktijkbegeleider de opdracht om deze werkzaamheden
aan een bepaald apparaat of een installatie uit te voeren.
De begeleider geeft aan welk apparaat/installatie dit is en welke
werkzaamheden van jou verwacht worden.
Wat moet je weten om deze projecttaak uit te kunnen voeren?
• Je weet hoe een verwarmingsketel is opgebouwd.
• Je weet hoe de werking van een ketel is en hoe deze wordt
ingeregeld.
• Je kunt de documentatie van een toestel opzoeken, lezen
en gebruiken voor het afstellen van het toestel, of het
programmeren van de toestelbesturing.
• Je weet welke veiligheidsmechanismen in een toestel aanwezig
zijn en hoe deze functioneren.
• Je weet welke metingen verricht moeten worden om de werking
van het toestel te controleren.
• Je kunt de verschillende metingen uitvoeren.
• Je kunt de gegevens van de verschillende metingen met de
daarbij behorende eenheden in de juiste formulieren noteren.
• Je weet uit welke onderdelen een verwarmingsinstallatie is
samengesteld en wat hun functie is.
• Je begrijpt waarom een verwarmingsinstallatie moet worden
ingeregeld en hoe dat moet worden uitgevoerd.
• Je kunt de klant uitleggen welke werkzaamheden je hebt verricht
en wat de conditie van het toestel is.
• Je kunt een minder ervaren collega instrueren bij het uitvoeren
van onderhoudswerkzaamheden.
• Je weet hoe je veilig moet werken (VCA).