Daar waar de zij-vorm staat, wordt ook de hij-vorm bedoeld of omgekeerd.
Waar cliënt staat, kan ook worden gelezen: zorgvrager, patiënt, gehandicapte, kind.
Daar waar begeleidingsplan staat, kan ook zorgplan of verpleegplan gelezen worden.
Daar waar persoonlijk begeleider staat, kan ook contactverpleegkundige of EVV’er gelezen worden.
Inhoud
Proeve 3 .........................................................................4
Werkprocessenmet de bijbehorende competenties .................5
Typering .........................................................................6
De opdracht .....................................................................8
Het resultaat..................................................................13
Beoordelingslijst.............................................................15