STAP 4
EVAlUEREN
33
Inspecteren apparatuur en installaties
S Situatie
• In welke situatie heb je het project
uitgevoerd
• Denk daarbij aan tijd-plaats-
omstandigheden.
• Welke kennis en praktische ervaring had je
aan het begin van de opdracht?
• Zijn er nog speciale gebeurtenissen
voorgevallen tijdens de opdracht?
1. Oriënteren en
plannen
T Taak
• Wat was de opdracht precies?
• Wat werd er van jou verwacht?
• Welk eindresultaat moest je leveren?
• Wat waren je bevoegdheden? Hoe ver
mocht je gaan?
1. Voorbereiden
A Actie
• Welke werkzaamheden heb je uitgevoerd
tijdens de
–
Voorbereiding
–
Uitvoering
–
Afronding
• Waren er nog aparte acties nodig?
• Aan welke zaken heb je op school aandacht
besteed?
2. Uitvoeren
R Resultaat
• Wat was het resultaat van je
werkzaamheden?
• Ben je (on)tevreden over het resultaat?
Waarom?
• Wat ging er goed tijdens de
–
Voorbereiding
–
Uitvoering
–
Afronding
3. Controleren en
opleveren
R Reflectie
• Hoe kijk je op deze projecttaak terug?
• positief of negatief? Waarom?
• Wat ging er goed? Wat ging minder goed?
• Zijn er belangrijke leerpunten? Waar ga je
meer aandacht aan besteden?
4. Evalueren
T Transfer
• Hoe ga je je opgedane kennis en
vaardigheden toepassen in volgende
taken?
1. Oriënteren
Het terugkijkverslag moet je opnemen in je projectmap achter
tabblad 13.
Hier komt dan ook de definitieve beoordeling en een ingevulde
monitor.
EVAlUEREN