

43
Inspecteren apparatuur en installaties
BI JLAGE 6 Mon i t or
Student:
A B C D
werkvorm
beoordelingsvorm
beoordelaars
BPV
go/no go
Kerntaak
Werkproces
Code
Competenties
Prestatie-indicator of
verwacht gedrag afgeleid van de prestatie-indicator
leerling
praktijkopleider
docent
score O-V-G
Stap 1 Oriënteren, plannen en voorbereiden
ind P ab
E
Samenwerken en
overleggen
Je verzamelt de noodzakelijke kennis van de apparatuur en installatie
Je bespreekt de opdracht met de leidinggevende.
Je vraagt bij onduidelijkheid om uitleg aan de leidinggevende, zodat er geen misverstanden
over de werkzaamheden bestaan.
E
Samenwerken en
overleggen
Je werkt samen met een minder ervaren collega en maakt vooraf een verdeling van de
werkzaamheden.
Q
Plannen en organiseren Je maakt een planning van de kennis en vaardigheden die je nog moet leren/oefenen voordat
je met de werkzaamheden kunt beginnen
Je zorgt dat je de noodzakelijke meet‐ en regelapparatuur beschikbaar hebt.
Je maakt een werkplanning, waarbij je voorkomt dat er binnen het bedrijf knelpunten
ontstaan.
R
Op de behoeften en
verwachtingen van de
'klant' richten
Je maakt een afspraak met de klant over de te verrichten werkzaamheden en informeert of er
omstandigheden zijn die de uitvoering kunnen beïnvloeden.
Stap 2 Uitvoeren
ab
E
Samenwerken en
overleggen
Je informeert bij de klant over de werking van de installatie.
Je controleert de geschiedening van de installatie, zodat je globaal de staat van de
installatie kunt beoordelen.
K
Vakdeskundigheid
toepassen
Je controleert de werking van het toestel en vergelijkt dit met het te verwachten beeld.
Je signaleert en interpreteert afwijkingen en stelt voor de hand liggende zaken vast.
1.3
Nemen van voozorgmaatregelen
T
Instructies en
procedures opvolgen
Je neemt de nodige voorzorgsmaatregelen, zodat je veilig kunt werken.
Als de installatie niet veilig werkt, neem je deze uit bedrijf.
B
Aansturen
Je geeft duidelijke instructies, uitleg en aanwijzingen over de uit te voeren
werkzaamheden.
Je deelt je ervaring en fungeert als vraagbaak.
Je controleert de uitvoering en het resultaat van de werkzaamheden van de minder
ervaren collega.
K
Vakdeskundigheid
toepassen
Je legt de werkzaamheden begrijpelijk uit, demonstreert deze en controleert of het
begrepen is.
Stap 3 Controleren en opleveren
L
Materialen en
middelen inzetten
Je gebruikt de verschillende meetapparaten efficiënt.
Je zorgt dat de diagnosegegevens voor de klant en het bedrijf (digitaal) beschikbaar
zijn.
Je zorgt dat de apparatuur zorgvuldig wordt behandeld.
M
Analyseren
Je controleert, aan de hand van de meetgegevens, of de installatie goed functioneert
en zorgt dat eventuele afwijkingen worden gerapporteerd.
I
Presenteren
Je infomeert de klant over de onderhoudssituatie en zo nodig over de bediening en
het gebruik van de installatie.
Je geeft een uitleg die voor de toehoorder begrijpelijk en duidelijk is.
J
Formuleren en
rapporteren
Je verwerkt de status-, onderhouds- en storingsgegevens in een inspectierapport dat voldoet
aan de eisen van het bedrijf.
Je informeert de klant over de onderhoudssituatie en zo nodig over de bediening en het
gebruik van de installatie.
Stap 4 Evalueren
Terugkijkverslag
ind P ab
1.4
Uitvoeren van metingen en testen
1.6
Instrueren en begeleiden van minder
ervaren collega
Beschrijving apparatuur/installatie
Documentatie
Formulier materaal/materieel
Planning verwerven kennis/vaardigheden
Activiteitenplanner
Planning werkzaamheden
Werkverdeling tijdens uitvoering
1.1
Voorbereiden van inspectie
Verslag werkzaamheden
Verslag veiligheidsmaatregelen
ind P
1.2
Uitvoeren van visuele inspectie
Opmerkingen
Projecttaak PT 1
Inspecteren apparatuur en
installaties
Complexiteit
Monitor
Product
Beoordeling
servicemonteur installatietechniek (94323)
Inspectie-/meetrapport
Verslag klantcontact
Opleveringsrapportage
ind P
ci
ab
1.5
Rapporteren inspectie