STAP
uitvoering
19
3
UITVOERING
Aan het einde bekijk je het eigen product en controleer
je het heel kritisch.
Denk bij alle werkzaamheden aan de veiligheid.
Na en ook tijdens de uitvoering controleer je je werk
met deze vragen:
• Heb je een storing zorgvuldig en precies omschreven?
• Heb je efficiënt de oorzaak bepaald?
• Heb je de juiste maatregelen kunnen kiezen en
uitvoeren?
• Heb je contact gehouden met de opdrachtgever/
klant?
• Heb je de beste werkvolgorde toegepast?
• Voldoet het resultaat aan de gestelde eisen, zodat de
storing niet terugkomt?
Je moet evaluerende vragen kunnen beantwoorden over
het doorlopen leerproces. Bijvoorbeeld:
• Hoe heb je onverwachte situaties opgelost?
• Welk proces heb je doorlopen en welke procedures
heb je toegepast?
• Aan wie ben je verantwoording schuldig?
• Is de klant tevreden?
In de tabel bij deze stap is aangegeven aan welke werk-
processen en competenties je gaat werken.
DOEL VAN DE STAP
Het doel van deze stap is het opsporen en verhelpen van storingen in elektrotechnische installaties.
Je verricht de juiste metingen, zodat je een storing snel en efficiënt kunt oplossen. Je zorgt ervoor dat
de installatie weer veilig en betrouwbaar functioneert.