

10
Allround Constructiewerker
Begeleidersinformatie
Werken met het referentiekader Meijerink Taal en Rekenen
Voor MBO-opleidingen geldt het Referentiekader Taal en Rekenen van de commissie Meijerink. Hierin staat
beschreven wat studenten op verschillende momenten in hun schoolloopbaan op het gebied van taal en
rekenen moeten kennen en kunnen. Daarmee wordt het referentiekader een leidraad voor docenten en
onderwijsprogramma’s en vormt het de basis voor doorlopende leerlijnen taal en rekenen. Het doel van de
invoering van de referentieniveaus is het verbeteren van de taal- en rekenvaardigheden bij studenten.
Voor de beroeps- en projecttaken is niveau 2F vereist.
Taalkaarten Nederlands
Voor de beroeps- en projecttaken heeft het Consortium Taalkaarten ontwikkeld, die aansluiten op de
vaardigheden en subvaardigheden van het referentiekader Meijerink.
De taalkaarten geven de student en docent een beknopt overzicht aan welke eisen de talige producten van
de beroeps- en projecttaken moeten voldoen. Ze bieden ook een aanknopingspunt voor het ontwikkelen van
lesprogramma’s en toetsing.
In de begeleidershandleiding zijn suggesties voor het gebruik van taalkaarten aangegeven.
De Taalkaarten Nederlands zijn ontwikkeld voor de volgende taalvaardigheden:
Spreken/Gesprekken voeren
1.
Reflectiegesprek
2.
Functioneringsgesprek
3.
Telefoneren
4.
Werkoverleg en vergaderen
5.
Discussie
6.
Presenteren
7.
Sollicitatiegesprek
Luisteren
8.
Luisteren naar mondelinge instructies
9.
Luisteren bij werkoverleg/vergadering
Lezen
10. Samenvatten (hoofd- en bijzaken)
11. Lezen van handleidingen en instructies
12. Schema’s /tabellen en grafieken
Schrijven
13. Zakelijke e-mail
14. Zakelijke brief