De Stenenklem
121
Bijlage 5
Taalkaarten Nederlands
Je krijgt bij het uitwerken van de beroepstaken veel met ‘talige’ zaken te maken.
Veel producten van je beroepstaken (verslagen, gesprekken, presentaties, reflecties)
moeten voldoen aan het voorgeschreven taalniveau 2F.
Om overzicht te houden en een taalopdracht op de juiste manier aan te pakken,
kun je bij je beroepstaak gebruik maken van Taalkaarten.
Met behulp van deze Taalkaarten kunnen je op elk gewenst moment talige infor-
matie raadplegen.
De Taalkaarten geven op de voorkant puntsgewijs aan hoe je een taaltaak op de
juiste manier kan aanpakken.
De opzet van de Taalkaarten van de domeinen Spreekvaardigheid, Leesvaardigheid
en Schrijfvaardigheid sluiten aan op de indelingscategorieën van het Referentiekader
Taal van Meijerink.
Je krijgt dus de kans om systematisch te oefenen om het juiste niveau te bereiken.
Op de achterkant van de kaarten zijn per domein de niveaueisen voor de referentie-
niveaus 1F tot en met 3F afgedrukt.
In één oogopslag is te zien of je uitwerking aan de niveau-eisen van een taalop-
dracht voldoet.
Je hoeft niet meteen op dat niveau te presteren, maar krijgt door het beoorde-
lingsformulier achterop de Taalkaart een heel duidelijk beeld waar je nog aan
zult moeten werken. Dit gebeurt in aparte taallessen, maar soms is het probleem
daarvoor te groot en heb je individuele ondersteuning en oefening nodig. In je
activiteitenplanner geef je aan hoe je je niveau gaat verbeteren.
De Taalkaarten zijn daarom ook een goed uitgangspunt voor de lessen Nederlands.