006121450001 - page 10

In hoofdstuk 5 staat voor elk werkproces omschreven welke werkzaam-
heden je moet verrichten en welke producten je daarbij moet leveren.
In hoofdstuk 6 vind je vervolgens voor elk werkproces een apart beoor-
delingsformulier. In de beoordelingsformulieren staat aangegeven welke
eisen aan elk van de producten worden gesteld.
Bij elke onderliggende competentie staat omschreven wat het gewenste
gedrag is en welke kennis en/of vaardigheden
je moet inzetten om tot het
gewenste resultaat te komen.
Werkprocessen worden beoordeeld met
O
V
-
G
O
= onvoldoende
V
= voldoende
G
= goed
Hoe de score tot stand komt ligt vast in de cesuur (zie hoofdstuk 2 paragraaf
4). Wanneer jouw school dat wil, is er een omrekentabel naar cijfers.
Beoordelingsmethoden bij competenties
Om tot een zo objectief mogelijk oordeel te komen, word je beoordeeld
door meerdere personen en op meerdere manieren.
Er worden drie beoordelingsmethoden ingezet:
• Observatie
• Productbeoordeling
• Beoordelingsgesprek
Observatie
: Je beoordelaar observeert je als je aan het werk bent. Hij stelt
vast of je voldoet aan de eisen die bij de competenties worden gesteld.
Productbeoordeling
: Je beoordelaar stelt vast of je product voldoet aan
de eisen die bij het product staan aangegeven.
Beoordelingsgesprek
: Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde
keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en
hij achterhaalt zo nodig wat jouw aandeel is geweest wanneer je een
werkproces in een groep hebt uitgevoerd.
Werkproces:
omschrijving werkzaamheden
met gewenst resultaat
Competenties:
omschrijving gedrag
en inzet kennis en
vaardigheden met een
gewenst resultaat
Kerntaak
10
Examendossier
1,2,3,4,5,6,7,8,9 11,12,13,14,15,16,17,18,19,20,...98
Powered by FlippingBook