23
Projectwijzer 5 - Onderzoeken en Instrueren
Aanwijzingen voor de begeleider
Bekijken of alle doelen behaald zijn.
Wat ging goed, fout?Waaromwel, niet?
In het reflectieverslag moeten de zaken die goed en minder goed zijn
verlopen. worden beschreven. Laat de student in de spiegel kijken. Hierdoor
leert hij inzicht te krijgen in zijn eigen functioneren en hoe anderen daartegen
aankijken.
Bespreken beoordelingsformulieren ingevuld tijdens observaties
De begeleider moet de wijze waarop de student gefunctioneerd heeft in de
projectgroep per projectwijzer schriftelijk beoordelen.
Alle verzamelde gegevens en producten (portfolio) worden besproken tijdens
een zogenaamd assessment.
Nu alle projectactiviteiten achter de rug zijn, is het tijd om te kijken wat er goed
en minder goed ging tijdens het project. Je kijkt terug en bespreekt samen hoe
de deelprojecten en het totale project zijn verlopen.
Als daarin duidelijk is dat iets niet zo is verlopen als verwacht, dan moet je
verbeterpunten kunnen aangeven waaraan je in de volgende projectwijzer gaat
werken.
Activiteit
Werk fase 4 van het project met je projectgroep uit en sluit fase 4 af.
Fase 4
Evaluatie