27 / 64
SmeDen van een vuuRpOOk
27
OPMERKINGEN/TIPS
Bedenk altijd: hoe heter het ijzer, hoe makkelijker het smeedt. Als het niet gelijk lukt, dan
is dat normaal. Gewoon doorgaan en na verloop van tijd zul je in de gaten krijgen waar je
precies op moet letten.
Een ronde punt ineens aan een staaf slaan, is omslachtig en wordt meestal niet mooi. Ook
is er kans op smeedfouten. Onthoud dus: eerst vierkant, dan achtkantig en dan rond slaan.
Voor het warm buigen bestaan diverse hulpmiddelen. De vaste ronde hoorn, de losse of
kleine hoorn, een buigkram met buigijzer, een mal, een zwanenhals en nog veel meer. Aan
de hand van het gekozen werkstuk of oefening kies je het juiste hulpmiddel.
Als je een hete metalen krul op papier legt, verbrandt de tekening. Je zult dus de
afbeelding op staal over moeten nemen. Hiervoor krijt je de achterkant van je tekening
goed in. Houd hem daarna stil op een stuk (roestige) plaat en druk de lijnen door met een
potlood of pen. Dunne krijtlijnen van je tekening zijn nu redelijk zichtbaar op je stukje
plaat. Maak deze nu duidelijker met krijt, spekkrijt of een zwarte stift.
Houd wat water in een blikje paraat om plaatselijk het werkstuk af te koelen als je aan het
torsen gaat. Soms draait een gedeelte van de tors sneller op doordat het heter is dan de
rest van de tors. Plaatselijk afkoelen dus!
Je kunt links- of rechtsom draaien. Bij het maken van één tors maakt het misschien niet
veel uit, maar bij samengestelde werkstukken met meerdere torsen wel.
Je gaat nu de oefenopdrachten maken. Houd ook een urenverant-
woording bij.