Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  43 / 127 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 43 / 127 Next Page
Page Background

5 Uitvoering

43

Bedrijfsautotechnicus

STAP 5 CONTROLEREN

Je controleert je werkzaamheden en of deze volgens de procedures

zijn uitgevoerd.

Je controleert of de uitgevoerde werkzaamheden, gebruikte

onderdelen en afwijkingen aan het voertuig genoteerd zijn.

Je voert afval(vloei)stoffen op de voorgeschreven manier af.

Je ruimt je werkplek op en als dat nodig is, meld je defect

gereedschap en apparatuur bij je begeleider.

Resultaat

Jouw beoordelaar

observeert

of jij:

• je werk controleert

• een service-interval-reset uitvoert

• afvalstoffen afvoert

• je werkplek opruimt

• je gereedschap controleert

• de serviceboekjes invult en afstempelt

Aan het einde van de opdracht ga je na of jij:

• de juiste gegevens gebruikt hebt

• de controlelijst goed gehanteerd en ingevuld hebt

• de serviceboekjes van het voertuig compleet hebt ingevuld

• de onderdelen weer deugdelijk hebt gemonteerd

• elektrische componenten weer op de juiste manier hebt

aangesloten

STAP 6 BEOORDELEN

Je bespreekt met je beoordelaar het Resultaat van de uitgevoerde

werkzaamheden.

Resultaat

• Een ingevulde lijst met werkvolgorde en tijdsplanning.

(Formulier BT2.3)

• Formulier met werkvoorbereidingen. (Formulier BT2.4)

• Een ingevulde controlelijst. (Formulier BT2.1)

• Ingevulde en ondertekende beoordelingsformulieren 2.1-2.3-2.6.