BEGINNENMET PLANNEN
15
• Controleer of je volgens plan heb gewerkt.
• Controleer of je bewijsstukken aan de beoordelingscriteria
voldoen.
• Ga na of je de verkregen feedback hebt verwerkt.
• Evalueer met je begeleiders enmedestudenten/collega’s.
• Verzamel je bewijsstukken in je portfolio.
• Je reflecteert op de uitvoering van de beroepsprestaties,
eventueel in combinatiemet taal, rekenen of loopbaan en
burgerschap.
• Je reflecteert op je rol en de keuzes die je gemaakt hebt tijdens
de uitvoering.
• In het assessmentgesprek reflecteer je op de gegeven
werkprocessen en competenties in de beoordelingslijst.