24
Constructiewerker
STAP 3
Je competentieontwikkeling bij deze stap
Werkprocessen en competenties
D A G
1.2
Machines en
gereedschappen
in- en afstellen
T.
Instructies en procedures opvolgen
Je past de geldende bedrijfsregels en procedures toe bij het in- en afstellen van
machines en gereedschappen.
Het resultaat is zo geconstrueerd dat de instellingen en parameters voldoen aan de
eisen van het te vervaardigen product.
1.3
Bewerken en
vervormen van
materiaal
K.
Vakdeskundigheid toepassen
Je bewerkt en vervormt het materiaal vakkundig en accuraat volgens tekeningen,
bewerkingsinstructies, bedrijfsregels en Arbo-voorschriften.
L.
Materialen en middelen inzetten
Je draagt er zorg voor dat materialen, middelen en gereedschappen die nodig zijn
voor het bewerken en vervormen van het materiaal efficiënt worden ingezet, zodat
het werk veilig kan worden uitgevoerd.
S.
Kwaliteit leveren
Je bewerkt en vervormt het materiaal efficiënt en accuraat door het toepassen van
de juiste bewerkingstechnieken, zodat de vervaardigde producten voldoen aan de
gestelde kwaliteitseisen ten aanzien van maatvoering, levertijd en aantallen.
1.4
Verbinden van
onderdelen
E.
Samenwerken en overleggen
Je raadpleegt en betrekt anderen bij het verbinden van complexe onderdelen.
Je zorgt ervoor dat de onderdelen correct gepositioneerd worden voordat ze aan
elkaar verbonden worden.
K.
Vakdeskundigheid toepassen
Je verbindt de onderdelen vakkundig en accuraat volgens werktekeningen.
Je volgt de lasvolgorde en lasmethode beschrijving en werkt de lasverbindingen af.
Je zorgt ervoor dat de vervaardigde producten voldoen aan de gestelde
kwaliteitseisen ten aanzien van maatvoering en vormgeving.
L.
Materialen en middelen inzetten
Je gebruikt materialen, middelen en gereedschappen efficiënt die nodig zijn voor het
bewerken en vervormen van het materiaal.
Je zorgt dat er zo min mogelijk materiaal wordt verspild en het werk veilig kan
worden uitgevoerd.
T.
Instructies en procedures opvolgen
Je volgt de voorgeschreven procedures (LMB) op, zodat het werk conform
veiligheids- en milieuvoorschriften wordt uitgevoerd.
1.6
Meten, testen
en controleren
van vervaardigde
producten
J.
Formuleren en rapporteren
Je legt de meetresultaten vast op de juiste formulieren.
L.
Materialen en middelen inzetten
Je draagt er zorg voor dat meetgereedschappen, materieel en persoonlijke
beschermingsmiddelen, die nodig zijn voor het meten en controleren van de
vervaardigde producten, efficiënt worden ingezet.
T.
Instructies en procedures opvolgen
Je hanteert de voorgeschreven meetmethoden en meetinstrumenten.