28
Bij het maken van je persoonlijke reflectieverslag kunnen de onderstaande vragen mogelijk helpen.
Geef geen antwoord van één of twee woorden, maar schrijf volledige zinnen. Het verslag wordt
besproken tijdens het eindgesprek.
Projectmatig werken
Wat vond je van de beroepstaak?
Interessant, saai of iets anders?
Kunnen plannen van eigen werkzaamheden
Wist je altijd wat er gedaan moest worden?
Hoe ging je om met zaken die je niet begreep
of die niet duidelijk waren?
Was de gemaakte planning overzichtelijk en realistisch?
Wat ging er goed, wat niet? Had je alles op
tijd af?
Werkbonnen maken
Hoe ging het verzamelen van informatie over vragen op de
werkbonnen?
Hoe heb je dat gedaan? Wat heb je er van
geleerd?
Hoe ging het uitvoeren van de werkbonnen in het algemeen?
Hoe heb je dat gedaan? Wat kon er beter?
Wat heb je er van geleerd?
Welke werkbonnen vond je eenvoudig?
Wat vond je eenvoudig, wat ging er goed?
Welke werkbonnen vond je lastig?
Wat vond je precies moeilijk? Hoe heb je de
problemen aangepakt om tot een oplossing
te komen?
Kun je een klant vertellen welke onderdelen hij nodig heeft in een pc? Leg uit.
Weet je voldoende van hardware om in de toekomst pc’s te bouwen? Leg uit.
Kun jij op professionele wijze een computer demonteren en data
vernietigen?
Leg uit.
Persoonlijk/Competenties
Wat zijn je sterke punten?
Bijvoorbeeld: plannen, organiseren,
samenwerken, schrijven, vakmatige zaken.
Wat zijn zaken die je nog moet leren?
Bijvoorbeeld: plannen, organiseren,
samenwerken, schrijven, vakmatige zaken.
Competenties
J. Formuleren en rapporteren
K. Vakdeskundigheid toepassen
L. Materialen en middelen inzetten
S. Kwaliteit leveren
T. Instructies en procedures opvolgen
Welke competenties beheers je voldoende in
deze beroepstaak?
Welke competenties moet je nog verder
ontwikkelen?
Communiceren
Hoe ging het beantwoorden van de vragen bij de werkbonnen?
Makkelijk, moeilijk?
Was je Nederlands altijd correct?
Ja, nee? Wat gaat er goed? Wat gaat er
minder goed?
Hoe ging het overleggen met je medestudenten, docenten?
Als je problemen had, kon je die dan goed
uitleggen aan anderen zodat ze je konden
helpen?
Bijlage 5
Het
reflectieverslag