14
VERZORGENDE-IG - FASE 1
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
Voldoende
Onvoldoende
Goed
K Vakdeskundigheid
toepassen
– vakspecifieke mentale
vermogens aanwenden
P
Dit betekent dat:
• je gebruik maakt van je kennis over stoornissen,
beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden van
alle zorgcategorieën
• je vragen kunt beantwoorden
zodat:
• je een verantwoorde doelen opstelt in het zorg(leef)plan.
M Analyseren
– informatie genereren uit
gegevens
– conclusies trekken
– verbanden leggen
P
Dit betekent dat:
• je de verzamelde gegevens analyseert, de juiste verbanden
legt en logische conclusies trekt
zodat:
• je de zorgbehoefte goed in kaart brengt, de juiste zorg-
en begeleidingsdoelen kiest en je daarbij de geschikte
activiteiten inzet.
1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden
E Samenwerken en
overleggen
– anderen raadplegen en
betrekken
– afstemmen
– proactief informeren
P
Dit betekent dat:
• je indien wenselijk andere zorgverleners inschakelt
• je regelmatig met hen overlegt
• je alle betrokkenen volledig informeert
• je tijdig belangrijke zaken meldt
zodat:
• er een professionele samenwerking bestaat rondom de
persoonlijke verzorging.
F
Ethisch en integer
handelen
– ethisch handelen
– integer handelen
– verschillen tussen mensen
respecteren
P
Dit betekent dat:
• je volgens de beroepscode handelt
• je volgens de ethische maatstaven van de organisatie
handelt
• je eerlijk en betrouwbaar bent
• je discreet met gevoelige zaken omgaat
• je verschillen tussen zorgvragers accepteert en respecteert
• je duidelijk verbaal en non-verbaal communiceert
zodat:
• je respectvol omgaat met de zorgvragers bij de persoonlijke
zorg.
J Formuleren en
rapporteren
– vlot en bondig formuleren
P
Dit betekent dat:
• je jouw bevindingen registreert en rapporteert
• je de hoofdzaken van de bijzaken onderscheidt
zodat:
• betrokkenen te allen tijden beschikken over een kernachtige
en actuele rapportage over de gezondheidstoestand van de
zorgvrager.