Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  20 / 50 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 20 / 50 Next Page
Page Background

BEROEPSTAAK

FREZEN 4

20

11 Bereken hoeveel omwentelingen je dit product moet laten

verdraaien om de juiste verdeling te krijgen. Doe dit voor zowel

de sleuven als de gaten. Laat dit zien met een berekening.

12 Laat zien hoe je de gaatjesschijf hebt gebruikt.

13 Span het werkstuk in de verdeelkop en controleer (zonder te

verspanen) of je berekening juist is.

14 Beschrijf de handelingen die je moet verrichten om dit product

te verspanen.

Er zijn 3 oefeningen voor het frezen met een verdeelapparaat voor

indirecte verdeling. Je vindt ze op de tekeningen: 014-4, 014-5a en

014-5b. Maak een complete werkvoorbereiding voor het maken van

het product van elke tekening. Voer daarvoor de onderstaande

activiteiten uit.

15 Bekijk de tekeningen.

16 In welke volgorde verspaan je dit werkstuk?

17 Welke spanmiddelen heb je daarbij nodig?

18 Welke snijgereedschappen gebruik je hierbij?

19 Met welke toerentallen en voedingen verspaan je de

verschillende bewerkingen?

20 Wanneer meet je en met welke meetinstrumenten?

21 Maak een zaaglijst van de benodigde materialen. Je moet

daarbij rekening houden met verspaantoeslag.

2

Uitvoeren oefening

Je gaat nu aan de slag. Je hebt voldoende informatie verzameld en

een zaaglijst gemaakt.

1 Zoek in het magazijn de verschillende materialen op die je

nodig hebt voor het zagen. Zaag de producten. (Soms moet dit

gebeuren in overleg met een magazijnmeester.)

2 Controleer het gezaagde werk. Afbramen en scherpe kanten

verwijderen.

3 Plaats de verdeelkop en lijn deze uit.

4 Maak de werkstukken met tekening nummer 014-4, 014-5a en

014-5b op een van de aanwezige machines. Houd rekening met

de mogelijkheden van de machine. Of maak een vergelijkbaar

werkstuk vanuit je beroepspraktijk.