13ZW3VZCE2 - page 17

17
ONDERSTEUNEN BIJ VERPLEEGTECHNISCHE HANDELINGEN
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
Voldoende
Onvoldoende
Goed
1.10 Stemt de zorgverlening af
E Samenwerken en
overleggen
–– anderen raadplegen en
betrekken
–– afstemmen
P
Dit betekent dat:
• je in het kader van de afstemming van de zorgverlening de
mening van alle betrokkenen vraagt
• je regelmatig en tijdig overlegt met betrokkenen
zodat:
• ieders taak en inbreng duidelijk is.
Q Plannen en organiseren
–– doelen en prioriteiten
stellen
–– activiteiten plannen
–– tijd indelen
P
Dit betekent dat:
• je in overleg met betrokkenen bepaalt welke werkzaamheden
en activiteiten prioriteit hebben
• je zorgt dat activiteiten goed op elkaar zijn afgestemd
zodat:
• de benodigde werkzaamheden binnen de beschikbare tijd
kunnen worden uitgevoerd.
1.11 Evalueert de zorgverlening
D Aandacht en begrip
tonen
–– luisteren
–– interesse tonen
P
Dit betekent dat:
• je de zorgvrager en andere betrokkenen vraagt naar hun
ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en
begeleiding
• je aandachtig luistert en zonodig doorvraagt
zodat:
• je deze informatie inbrengt bij de evaluatie.
J Formuleren en
rapporteren
–– vlot en bondig formuleren
P
Dit betekent dat:
• je scherp en kernachtig en op een ongecompliceerde manier
je bevindingen formuleert
zodat:
• de evaluatie ( verslaglegging) van de zorgverlening voor alle
betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is.
M Analyseren
–– informatie uiteenrafelen
–– conclusies trekken
–– oplossingen voor
problemen bedenken
T
Dit betekent dat:
• je uit de gegevens en informatie die je ten behoeve van de
evaluatie hebt verzameld, de belangrijkste informatie haalt
• je uit deze informatie logische gevolgen trekt
• je manieren vindt om eventuele problemen op te lossen
zodat:
• het zorgleefplan zonodig op een verantwoorde wijze
bijgesteld kan worden en de zorgverlening verbeterd of
afgesloten wordt.
I...,7,8,9,10,11,12,13,14,15,16 18,19,20,21
Powered by FlippingBook