13
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
OMGAAN MET GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG
voldoende
goed
onvoldoende
Werkproces 3.6 Evalueert de geboden zorgverlening
D Aandacht en begrip
tonen
–– luisteren
–– interesse tonen
P
Dit betekent dat:
• je de cliënt vraagt naar zijn ervaringen, ideeën en gevoelens
over de zorg en begeleiding die je hebt geboden
• je andere betrokkenen vraagt naar hun ervaringen, ideeën en
gevoelens over de zorg en begeleiding die je hebt geboden
• je aandachtig luistert
zodat:
• je voldoende relevante informatie hebt verzameld om te
gebruiken bij de evaluatie van de zorg en begeleiding.
J Formuleren en
rapporteren
–– vlot en bondig formuleren
P
Dit betekent dat:
• je alle gegevens die je nodig hebt correct verwerkt
• je hoofd- en bijzaken weet te scheiden
zodat:
• je een kernachtige en volledige evaluatie over de geboden
ondersteuning kunt schrijven.
M Analyseren
–– informatie uiteenrafelen
–– conclusies trekken
–– oplossingen voor
problemen bedenken
T
Dit betekent dat:
• je verkregen (cijfermatige en mondelinge) gegevens kunt
analyseren
• je uit geanalyseerde gegevens kunt concluderen of de
geboden zorg en begeleiding voldoen
• je uit de geanalyseerde gegevens concludeert of er voldoende
voortgang is
• je op basis van je conclusies met haalbare oplossingen komt
zodat:
• je eventueel de zorg en/of begeleiding kunt aanpassen.
