30
plaatwerker
24. Welke veiligheidsmaatregelen moet je nemen bij het lassen? Denk daarbij
aan maatregelen voor jezelf en voor de omgeving.
25. Wat is het voordeel van een lashelm ten opzichte van een laskap?
Er zijn drie verschillende oefeningen Onderhands lassen. Je vindt deze op de
tekeningen TIG1-94300-02 t/m TIG1-94300-04. Je kunt ook aan je praktijk-
opleider vragen naar een vergelijkbare opdracht. Bekijk de tekeningen van
de opdrachten en voer de onderstaande activiteiten uit voordat je met de
oefeningen begint.
26. Maak een materiaal-/zaaglijst aan de hand van de tekeningen van de
oefeningen.
27. Maak een lijst van de lasnaadvormen en zet daar de waarden van de instel-
lingen in.
28. Kies de juiste elektrode, zowel de diameter als materiaalsoort van de
elektrode.
29. Bepaal de diameter van het gasmondstuk.
30. Kies de juiste toevoerdraad en gassoort.
31. Controleer of de lasapparatuur is aangesloten en ingeschakeld.
32. Controleer of de gastoevoerafsluiter geopend is.
2) Uitvoeren oefening
Je hebt nu alle voorbereidingen van deze oefeningen doorlopen. Je kunt nu
beginnen met het uitvoeren van de praktijkoefeningen.
1. Stel de lasapparatuur op de juiste waarden in, vraag zo nodig instructie aan
je praktijkopleider.
2. Laat één en ander controleren door de praktijkopleider.
3. Ga pas na overleg met je praktijkopleider de lasoefeningen maken.
4. Maak het/de werkstuk(ken) volgens de gegevens van de tekeningen.
5. Haal de lasspetters en bramen weg.
6. Laat de praktijkopleider het resultaat van elke oefening zien voordat je met
de volgende begint.
3) Controle oefening
1. Vul de onderstaande controlelijsten in van de gemaakte oefeningen.
2. Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan.
3. Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten.
4. Ruim de werkplek op, schakel de lasmachine uit en draai de gastoevoeraf-
sluiter dicht.