15
STAP 3 VOORBEREIDEN
2
Uitvoeren oefening
1 Je gaat nu aan de slag. Je hebt voldoende informatie verzameld
en een zaaglijst gemaakt.
2 Zoek nu in het magazijn de verschillende materialen op die je
nodig hebt voor het zagen. Leg deze klaar bij de zaagmachine.
3 Je hebt nu alle onderdelen doorgewerkt en afgehandeld. Ga
naar de praktijkopleider en vraag hem er bij te zijn als je de
zaagmachine instelt en je gaat beginnen met zagen.
4 Zaag het materiaal dat je nodig hebt voor de oefening(en).
5 Werk het werkstuk netjes af. Je doet onder andere het
volgende: afbramen en scherpe kanten wegwerken.
6 Controleer het (gezaagde) werkstuk. Eventueel kun je het
werkstuk ook door de praktijkopleider laten controleren.
7 Ruim, nadat je het zaagwerk gedaan hebt, het materiaal dat je
over hebt gehouden weer op in het magazijn.
8 Zorg dat je de zaagmachine netjes achter laat. Laat eventuele
afvalstukjes niet liggen.
3
Controle oefening
1 Maak een controlelijst van de gemaakte oefeningen.
2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt
voldaan.
3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen
controlelijsten.
4 Ruim je werkplek op.
4
Beoordeling en nabespreking oefening
Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren.
Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.