23
STAP 3 VOORBEREIDEN
OEFENING BUIGEN MET HANDGEREEDSCHAP
Materiaal kan vormgegeven worden door het te buigen. Dat kan
gebeuren met machines maar ook met handgereedschappen. In
deze oefening maak je een aantal werkstukken door gebruik te
maken van handgereedschappen.
1
Voorbereiding oefening
1 Omschrijf een voorbeeld van een gebogen product uit je eigen
omgeving.
2 Bekijk ook of deze producten gemaakt zijn van plat of rond
materiaal of van een profiel.
3 Welke handgereedschappen en hulpmiddelen heb je nodig om
deze producten te maken?
Vul hiervoor de onderstaande tabel in.
4 Om verschillende materialen te testen of deze geschikt zijn om
te buigen zijn er buigproeven ontwikkeld. Zoek op welke
buigproeven dat zijn en wat de gegevens die daaruit komen
betekenen.
5 Waarmee moet je bij het buigen van materiaal rekening
houden?
6 Staf en plat materiaal hebben voordat het wordt gebogen een
rechthoekige doorsnede. Op welke manier vervormt het
materiaal in het buigtraject? Verklaar hoe dit komt. Welke
factoren bepalen de mate van deze vervorming?
7 Bij het buigen van materiaal wordt gesproken over een neutrale
lijn. Wat wordt daarmee bedoeld?
Er zijn 4 oefeningen buigen met handgereedschap. Je kunt deze
vinden op de tekeningen: 300-322-2/1, 2/3, 2/4 en 2/6.
Je kunt ook aan de praktijkopleider een tekening vragen van
werkstukken die jij moet buigen. Als er geen werkstukken
voorhanden zijn, maak dan gebruik van bovengenoemde
tekeningen.
Voer onderstaande activiteiten uit voor de verschillende
buigoefeningen. Bekijk de tekeningen van de oefening die je gaat
maken.
8 Welke materialen heb je hier voor nodig?
9 Bereken de gestrekte lengte van het werkstuk.
10 Maak een tekening van de gestrekte lengte en geef daarin de
buiglijnen en/of het buigtraject van de cirkelboog aan.
Naam product
Handgereedschappen
Hulpmiddelen