Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  26 / 50 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 26 / 50 Next Page
Page Background

26

Onderhoudsmonteur installatietechniek

Kerntaak 3

Maakt apparatuur/installaties gebruiksklaar

Werkproces 3.1

Inregelen en controleren van apparatuur/installaties

K. Vakdeskundigheid toepassen

• Je toont technisch inzicht, werkt

snel en accuraat met je handen,

regelt in, stelt af, programmeert en

test, zodat de instelwaardes uit de

procedures zijn bereikt en de instal-

latie gebruiksklaar is.

Observatie

• Op basis van de prestatie-indicatoren

Productbeoordeling

• Verslag werkzaamheden

L. Materialen en middelen inzetten

• Je gebruikt materialen, gereed-

schappen, materieel en PBM’s

efficiënt.

• Je zorgt dat alles gedurende de

verwachte levensduur te gebruiken

blijft en dat het werk veilig wordt

uitgevoerd.

Observatie

• Op basis van de prestatie-indicatoren

Productbeoordeling

• Verslag veiligheidsmaatregelen

T. Instructies en procedures opvolgen

• Je werkt volgens procedures,

geldende regels en voorschriften,

zodat de installatie op doeltreffende

wijze wordt afgeregeld en getest.

• Je zorgt dat de risico’s voor mens,

milieu, installatie en proces zo klein

mogelijk worden gehouden.

Observatie

• Op basis van de prestatie-indicatoren

Productbeoordeling

• Verslag veiligheidsmaatregelen

Beoordelings-

methode

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Competentiebeoordeling