Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  10 / 46 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 10 / 46 Next Page
Page Background

10

Servicemonteur installatietechniek

ACTIVITEITEN

1.

Beschrijving van de apparatuur/installatie

In deze projecttaak moet je een apparaat/installatie optimaliseren

of een storing aan een apparaat/installatie verhelpen. Voordat je

met je werkzaamheden begint, moet jij je oriënteren op deze klus.

Dat betekent dus dat je niet alleen alle informatie moet verzamelen

over de installatie zelf, maar dat je ook moet onderzoeken welke

handelingen (werkzaamheden, metingen) verricht moeten worden

om dit werk goed te doen.

In de beschrijving van de apparatuur/installatie moet tenminste zijn

opgenomen:

• Informatie over de klant (naam, adres, soort installatie,

ouderdom installatie)

• Toestelgegevens (documentatie, eerder uitgevoerde

werkzaamheden)

• Uit te voeren handelingen en metingen (meetverslag)

• Verzamel al deze informatie en sla deze op in je projectmap

(tabblad 1).

S Situatie

• Waar maak je het werkstuk? (school/bedrijf)

• Voor wie maak je het werkstuk?

• Wanneer ga je het werkstuk maken?

• Met wie ga je samenwerken?

• Wie heeft de eindverantwoording?

1. Oriënteren en

plannen

T Taak

• Is de taakomschrijving/tekening duidelijk?

• Welke competenties vinden de opdrachtgevers/

beoordelaars belangrijk?

• Waar moet het eindresultaat aan voldoen?

1. Voorbereiden

A Actie

• Welke werkzaamheden ga je uitvoeren?

• Welke vaktechnische handelingen komen daarbij

kijken?

• Welke vaardigheden moet je nog leren?

• Hoe ga je het werk organiseren?

2. Uitvoeren

R Resultaat

• Wat is het eindresultaat van de opdracht?

• Waaraan moet het eindresultaat voldoen volgens de

opdrachtgevers/beoordelaars?

• Wanneer is het voldoende/onvoldoende?

• Waar letten de beoordelaars nog meer op?

3. Controleren en

opleveren

R Reflectie

• Hoe kijk je op deze projecttaak terug?

• Positief of negatief? Waarom?

• Wat ging er goed? Wat ging minder goed?

• Zijn er belangrijke leerpunten? Waar ga je meer

aandacht aan besteden?

4. Evalueren

T Transfer

• Hoe ga je je opgedane kennis en vaardigheden

toepassen in volgende taken?

1. Oriënteren