26
Kerntaak 2
Optimaliseert apparatuur/installaties en verhelpt storingen
Werkproces 2.2
Nemen van voorzorgsmaatregelen
T. Instructies en procedures opvolgen
• Je neemt de noodzakelijke
voorzorgsmaatregelen, zodat je
veilig kunt werken.
• Als de installatie niet veilig werkt,
neem je deze uit bedrijf.
Observatie
• Op basis van de prestatie-indicatoren
Productbeoordeling
• Verslag veiligheidsmaatregelen
Werkproces 2.4
Vaststellen van uit te voeren werkzaamheden
K. Vakdeskundigheid toepassen
• Je kunt aan de hand van de aard
van de storing de juiste afweging
maken voor het oplossen van de
storing.
• Je kunt inschatten welke
werkzaamheden verricht moeten
worden om het probleem op te
lossen.
Observatie
• Op basis van de prestatie-indicatoren
Productbeoordeling
• Verslag veiligheidsmaatregelen
Q. Plannen en organiseren
• Je bent in staat om een tijds-
planning te maken voor de
oplossing van storingen.
Observatie
• Op basis van de prestatie-indicatoren
Productbeoordeling
• Verslag werkzaamheden
Werkproces 2.5
Herstellen, verwijderen en monteren van componenten
Q. Plannen en organiseren
• Je toont technisch inzicht en
werkt snel en accuraat, zodat
de werkzaamheden zo efficiënt
mogelijk worden uitgevoerd.
Observatie
• Op basis van de prestatie-indicatoren
Productbeoordeling
• Verslag werkzaamheden
S. Kwaliteit leveren
• Je bent in staat om een tijds-
planning te maken voor de
oplossing van storingen.
Observatie
• Op basis van de prestatie-indicatoren
Productbeoordeling
• Verslag werkzaamheden
Beoordelings-
methode
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Competentiebeoordeling