28
3.2.
Controle
1 Beschrijf hoe je de controle uitvoert. Houd daarbij
rekening met:
• Welke procedures heb je gevolgd?
• Welke hulpmiddelen ga je hiervoor gebruiken?
2 Verzamel de controledocumenten.
a Hoe heb je de controle van de elektrische installatie uit-
gevoerd?
b Welke procedures heb je gevolgd?
c Welke hulpmiddelen en meetinstrumenten heb je ge-
bruikt?
d Wat waren de resultaten?
e Wat moest je nog aanpassen of wijzigen?
KERNTAKEN, WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES
• Zie de beoordelingsmonitor van deze projecttaak.
• Zie voor de onderdelen Nederlands, Moderne Vreemde Talen, Rekenen en Wiskunde en Leren,
Loopbaan en Burgerschap de eisen die vermeld staan in hoofdstuk 2 paragraaf 2.3.
STUDIEBRONNEN
• Het Basisdocument
• Theorieboeken
• Elektrische installatietechniek
• Cadelit lichtinstallaties
• Werken met de NEN101
• Tabellenboek/normen
• NEN 1010 hst. 4 en 6 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties)
• NEN 3140 (Bedrijfsvoering van elektrische installaties)
• NEN 2768 (meterruimten en bijbehorende voorzieningen in een woonfunctie)
• NTA 8025 (Periodieke beoordeling van de veiligheid van technische installaties en technische
voorzieningen in woningen)
• Het Bouwbesluit