STAP 3
uItVoerINg eN CoNtrole
33
Draaien CNC 3
Voorbeeld
Werkproces 1.3 Uitvoeren van verspanende bewerking
Competentie: Kwaliteit leveren
1. Je maakt een foto van het werkstuk als je begint en een foto als
het werkstuk klaar is.
2. In het verslag bij deze foto’s schrijf je:
– Wat je gedaan hebt (stappen) om het werkstuk op de juiste
maat te maken.
3. Beschrijving van wat er fout ging, maar ook van wat er goed
ging.
– Welke problemen ben je tegengekomen bij het maken van het
werkstuk?
– Wat heb je van je fouten geleerd?
4. Je maakt een uitdraai van het CNC-programma en voegt deze bij
je verslag.
5. Je maakt een foto van het werkstuk of de werkstukken die je
gemaakt hebt.
6. Je voegt de meetresultaten van de werkstukken (meetstaten) toe
aan dit verslag.
7. Je voegt de tekening van de werkstukken bij dit verslag.
Op deze manier heb je laten zien op welke wijze jij vakdeskundigheid
toepast bij het productiegereed maken van de machine.
Werkproces 1.4 Meten en controleren van het eigen werk
Competentie: Materialen en middelen inzetten
1. Je maakt een foto van gebruikte materialen en gereedschappen.
2. Je maakt een foto hoe je het werkstuk hebt opgespannen,
rekening houdend met de vorm- en plaatstoleranties.
3. Je maakt een foto hoe je de ruwheden hebt gemeten.
Op deze manier heb je laten zien hoe jij materialen en middelen
hebt ingezet bij het productiegereed maken van de machine.
Competentie: Vakdeskundigheid toepassen
1. Je maakt foto’s van de meetopstellingen.
2. Je controleert of de meetopstelling die je hebt toegepast klopt
met de opstelling die je in de voorbereiding geschetst hebt.