STAP 4
oPleVerINg eN eVAluAtIe
49
Draaien CNC 3
BEgElEIDErSINFOrMATIE
A-B-C-D: opdracht en werksituatie worden beide beoordeeld
De student kan de
projecttaken
in opklimmende moeilijkheid uitvoeren.
In de beoordelingsmonitor en competentiescoretabel staat de opklimmende moeilijkheid aangegeven met:
A – B – C – D
.
De begeleider beoordeelt
de moeilijkheid
van de opdracht die de student in een bepaalde
werksituatie
uitvoert.
In overleg met de student geeft u aan of hij aan een A, B, C of D opdracht gaat werken. Het is duidelijk dat de
student in het begin nog niet alles beheerst of zelfstandig kan uitvoeren. Halverwege de opleiding moet hij wel B
en C opdrachten kunnen uitvoeren. Aan het einde van de opleiding valt te verwachten dat hij D opdrachten kan
uitvoeren.
In de tabel staat een overzicht van A-B-C-D opdrachten.
Moeilijkheidsgraad
(complexiteit)
Welke begeleiding krijg
je?
In welke situatie moet je
de opdracht uitvoeren?
Moment van uitvoering
A
(Be)geleid
Je krijgt zoveel mogelijk
leiding tijdens het
uitvoeren van de
opdracht.
eenvoudig
Je voert een aangepaste
taak uit in een
overzichtelijke situatie.
1e half jaar
B
Begeleid
Je krijgt begeleiding
tijdens het uitvoeren
van de opdracht. Je
begeleider is in de buurt.
eenvoudig
Je voert een
aangepaste taak uit
in een overzichtelijke
werksituatie.
2e half jaar
C
Deels zelfstandig
Voor een deel voer je
zelfstandig de taak uit.
Je kunt bij problemen je
begeleider raadplegen.
Standaard
De taak bestaat
uit verschillende
werkzaamheden die je in
een normale werksituatie
uitvoert.
Als beginnend
beroepsbeoefenaar
D
zelfstandig
Je voert de taak
zelfstandig uit. Vaak krijg
je pas aan het einde
ervan de controle van je
begeleider.
Complex
De werksituatie is niet
meer zo overzichtelijk.
Je begeleider is niet
altijd bij jou in de buurt.
Je zult zelfstandig naar
oplossingen moeten
zoeken.