7
STAP 1 ORIËNTEREN
3
De overeenkomsten
1 Maak een overzicht van de overeenkomsten die nodig zijn voor
het volgen van de opleiding. Neem daarin op door wie deze
overeenkomsten moeten worden ondertekend.
4
Wat wel - wat niet?
Als je een goede indruk maakt op het bedrijf, is de kans op een
zinvolle BPV-periode met leerzame opdrachten een stuk groter. Niet
alleen jouw vakinhoudelijke kennis en vaardigheden zijn voor een
werkgever belangrijk.
1 Maak een lijst van vaardigheden en houdingsaspecten die
belangrijk zijn voor een goede beroepshouding.
2 Zet in onderstaande tabel een aantal belangrijke tips. Welk
gedrag is positief? Wat moet je beslist niet doen?
5
Begrippenlijst
Verzamel de moeilijke woorden en afkortingen die je in deze stap
tegenkomt. Zet ze in een tabel.
Zet de betekenis in je eigen woorden erachter.
WEL DOEN
BESLIST NIET DOEN
Op tijd komen
Te laat komen en eerder weggaan.
Je collega’s helpen
Anderen het werk laten doen
Je werkplek netjes houden
Werken in een onoverzichtelijke
werkplek
Veilig werken
Niet werken volgens de Arbo-regels
Vul zelf verder aan.