![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0025.png)
BEROEPSTAAK
MIG/MAG 2
24
18 Wat is de oorzaak van het, soms op één stukje, warm worden
van de laskabel?
19 Waarmee wordt de capaciteit van een lasapparaat
aangegeven?
20 Wat is de betekenis van de term ‘inschakelduur’?
21 Bij welk koolstofpercentage is staal nog lasbaar zonder
speciale voorzorgsmaatregelen?
22 Wat gebeurt er wanneer je staal met een hoog
koolstofpercentage last?
23 Welke maatregelen moet je nemen als je moet lassen aan een
werkstuk dat gemaakt is van staal C45?
24 Bij het lassen wordt veel warmte aan het materiaal toegevoegd.
Als gevolg hiervan zal het materiaal vervormen. Hoe noemen
we die vervorming?
25 In welke richtingen, ten op zichtte van de las, kan die
vervorming plaatsvinden? Laat dit met een aantal tekeningen
zien.
26 Op welke manier kan die vervorming worden tegengegaan?
27 Om er zeker van te zijn dat een las sterk genoeg is, wordt er veel
onderzoek gedaan. Wat wordt er gemeten bij een trekproef?
28 Wat wordt er gedaan in een buigproef op een las? Maak dit
duidelijk in een tekening.
29 Wat wordt er gemeten in een kerfslagproef?
30 Als je een las wilt onderzoeken zonder deze stuk te maken,
welke onderzoekmethoden zijn daarvoor beschikbaar? Geef
van minstens drie onderzoekmethoden een omschrijving: hoe
het werkt en wat er dan onderzocht wordt.
Er zijn vier oefeningen V-naad lassen. Je vindt deze op tekeningen
MIG-MAG2-94300-12-08 t/m 11. Je kunt ook aan je praktijkopleider
vragen naar een vergelijkbare opdracht. Bekijk de tekeningen van de
opdrachten en voer de onderstaande activiteiten uit voordat je met
de oefeningen begint.
31 Maak een materiaal- / zaaglijst aan de hand van de tekeningen
van de oefeningen.
32 Maak een lijst van de lasnaadvormen. Zet daar de waarden van
de instellingen in, zoals spanning en draadsnelheid.
33 Controleer of de lasapparatuur is aangesloten en ingeschakeld.
34 Controleer of de gastoevoerafsluiter geopend is.