ONDERSTEUNEN EN BEGELEIDEN BIJ PERSOONLIJKE VERZORGING EN ADL
7
De opdracht
A. De totale opdracht
Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk.
Je competenties op het gebied van begeleiding van het kind/de jongere bij persoonlijke
verzorging en ADL worden beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze
beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.
Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.
B. Aanleren van zelfzorgactiviteiten en ADL aan het kind/de jongere
Inventariseer bij een kind/de jongere de behoefte aan begeleiding/ondersteuning bij
zelfzorgactiviteiten en ADL. Kies daarvoor een kind/jongere waarbij sprake is van een
bijzondere situatie waardoor hij/zij niet goed in staat is de zelfzorg uit te voeren. In de
kinderopvang kan gedacht worden aan een kind waarbij sprake is van een opvoedprobleem,
probleem in de thuissituatie of een achterstand in de lichamelijke ontwikkeling. Bij de
jeugdzorg kan gedacht worden aan een verwaarloosd kind/jongere, een kind/jongere met een
stoornis of een gedragsprobleem.
Onderzoek ook bij het kind/de jongere de mogelijkheden die hij/zij heeft op het gebied van
zelfzorg en ADL. Na de inventarisatie en het onderzoek maak je een voorstel hoe je het kind/
de jongere kan begeleiden/ondersteunen op het gebied van zelfzorg en ADL. Beschrijf in het
voorstel (op concrete wijze) hoe jij vaardigheden aan gaat leren. Verantwoord ook in het
voorstel hoe jij aansluit bij de behoeften, wensen, verwachtingen en mogelijkheden van het
kind/de jongere.
C. Begeleiden/ondersteunen en het aanleren van vaardigheden
Begeleid/ondersteun gedurende een afgesproken periode het kind/de jongere aan de hand
van het voorstel (zie opdracht
B
.). Je leert het kind/de jongere in deze periode stapsgewijs
minimaal één vaardigheid aan. Je zorgt ervoor dat jouw begeleiding en verzorging en de
gekozen vaardigheid aansluiten bij de wensen en behoeften van het kind/de jongere.
Het aanleren van de vaardigheid zet je om in een stappenplan. In het stappenplan omschrijf
je bij elke stap de handelingsvaardigheid. Gebruik minimaal vijf stappen.
