Stichting Consortium Beroepsonderwijs
Z&W serie 2014
5
Opleiding Praktijkopleider
2014-po-4-e1
4.3
Evalueert het BPV-beleidsplan,
de leertrajecten en de
begeleiding van
werkbegeleiders
D Aandacht en begrip tonen
E Samenwerken en overleggen
J Formuleren en rapporteren
M Analyseren
Typering van dit examen
Het begeleiden in de BPV begint al bij de eerste stap die de student in de praktijkinstelling zet. Bij
die eerste stap, de aanname en selectie van studenten, ben je als praktijkopleider actief betrokken.
Het scheppen van een veilig en uitdagend leerklimaat is erg belangrijk en het aanbieden van een
goed verzorgd introductieprogramma is dan ook een goed begin. Als een student zich welkom
voelt en goed geïnformeerd is, is al aan enkele voorwaarden voor het leren op de werkplek
voldaan. Daar speel jij als praktijkopleider een belangrijke rol in.
Afhankelijk van de situatie neem je verschillende rollen op je binnen het begeleidings- en
leerproces. De ene keer ben je begeleider, de andere keer trainer of instructeur en op weer een
ander moment optimaliseer je de leeromgeving van de student. Dit betekent dat je deskundigheid
aantoont op het gebied van leerplanontwikkeling en dat je aansluit bij de beginsituatie, wensen en
leerstijlen van de student. Je bent je bewust van je eigen gedrag en het effect dat dit heeft op het
leer- en begeleidingsproces van de student.
Dit vergt van jou vaardigheden op het gebied van communicatie, conflicthantering, reflecteren en
samenwerking. Je bent creatief in het vinden van mogelijke oplossingen bij problemen en houdt
daarbij steeds het individuele leertraject van de student en het belang van de praktijkinstelling
voor ogen.
De moeilijkheidsgraad
Context
Sturing
Verantwoordelijkheid
Complex
zelfstandig
uitvoeren van de hele begeleidingscyclus
aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau