31
Helpende zorg en welzijn
Dienstverlening niveau 2
Oriënteren
Zorg dat je goed weet wat er van je verwacht wordt. Lees de opdracht en de voortgangslijst.
Beantwoord de volgende vragen.
•
Wat moet je doen?
•
Waar voer je de opdracht uit?
•
Wanneer moet deze opdracht klaar zijn?
•
Welke bewijsstukken lever je in?
•
Als de opdracht onduidelijk is, waar of bij wie kun je dan om verdere uitleg vragen?
•
Hoe ondersteun je bij het huishouden en wonen?
•
Hoe help je bij het ondersteunen bij het bereiden van een maaltijd?
•
Hoe draag je gegevens over de cliënt en de geboden ondersteuning over aan je collega’s?
•
Als er tijdens het oefenen met het ondersteunen bij persoonlijke zorg en ADL nog
onduidelijkheden zijn, waar of bij wie kun je dan om verdere uitleg vragen?
Plannen
Maak een planning voor het uitvoeren van de oefenopdracht. Vul het schema in.
Wat ga je doen
of welk deel van
de opdracht ga je
oefenen?
Wanneer ga je dit
doen?
Wie heb je nodig
bij de uitvoering
van de opdracht?
Welke
hulpmiddelen en
materialen heb je
nodig?
Welke afspraken
moet je maken?