

5 uitvoering
29
Personenautotechnicus
Werkproces 1.2: Voert inspectie uit aan personenauto
Werkproces 1.4: Monteert accessoires aan personenauto
STAP 4.
UITVOEREN
Je voert de inspectie uit en monteert het accessoire volgens de
voorschriften, de bedrijfsprocedures en de instructies van je
begeleider.
Je gebruikt passende gereedschappen op de juiste manier en
daarbij werk je snel en nauwkeurig.
Je controleert tussentijds je werk en zorgt dat dit volgens de
procedures is uitgevoerd.
Resultaat
Jouw beoordelaar
observeert
of jij:
• de juiste gegevens gebruikt
• de checklist goed hanteert en invult
• het accessoire monteert met het juiste gereedschap
• het accessoire (elektrisch) aansluit
• bij eenvoudige aanpassingen bij montage van het accessoire de
juiste gereedschappen hanteert
• Persoonlijke Beschermingsmiddelen gebruikt
Je voert nu de afleveringsbeurt uit en monteert het meegeleverde
accessoire.
Ook maak je een eenvoudige aanpassing voor de montage van het
accessoire.
Werkproces 1.5: Controleert zijn onderhoudswerkzaamheden en
rondt opdracht af
STAP 5.
CONTROLEREN
Je controleert je werkzaamheden en of deze volgens de procedures
zijn uitgevoerd.
Je controleert of de uitgevoerde werkzaamheden en afwijkingen aan
het voertuig genoteerd zijn.
Je vergelijkt de gemeten waarden met de fabriekswaarden en trekt
daaruit de juiste conclusies.