Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  17 / 72 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 17 / 72 Next Page
Page Background

MBO-Verpleegkundige

Fase 2

17

1.2 Biedt persoonlijke verzorging en monitort gezondheid

en welbevinden

E Samenwerken en overleggen

F Ethisch en integer handelen

J Formuleren en rapporteren

K Vakdeskundigheid toepassen

R Op de behoeften en verwachtingen

van de ‘klant’ richten

V Met druk en tegenslag omgaan

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie

”Nurse the sick one, not the sickness.”

Florence Nightingale (1820-1910) ontwikkelde een holistische visie op verplegen die verder ging

dan uitsluitend het verzorgen van slachtoffers in de Krimoorlog. Zij vond dat je niet zomaar kon

verzorgen en verplegen. Daar was een opleiding voor nodig. Florence was een geëmancipeerde

vrouw en haar tijd ver vooruit.

Verpleegkundige is een zelfstandig beroep geworden met een duidelijke visie en een opleiding met

een wettelijk erkend kader.

Als verpleegkundige heb je een visie op verplegen nodig. Deze visie biedt je houvast bij het bepalen

wat tot je werkgebied behoort, welke competenties daarbij horen en op welke wijze jij vanuit jouw

persoonlijkheid daar vorm en inhoud aan geeft.

In het algemeen kun je stellen dat verplegen hulp bieden is aan mensen die door

gezondheidsproblemen of dreigende problemen niet goed meer voor zichzelf kunnen zorgen. De

verpleegkundige zorg heeft zich geprofessionaliseerd. Dat wil zeggen dat je niet willekeurig en

ondoordacht zorg biedt, maar systematisch en methodisch.

In de beroepsprestatie ‘Planmatig verplegen 1’ ben je al bezig geweest met systematisch

en methodisch verplegen en monitoren van zorgvragers in laagcomplexe situaties. In

deze beroepsprestatie ligt de nadruk op midden- tot hoogcomplexe zorgsituaties. Je stelt

verpleegplannen op voor zorgvragers met meervoudige verpleegproblemen. Dit wil zeggen dat de

zorg minder voorspelbaar is dan in laagcomplexe zorg en dat je verantwoordelijkheid toeneemt.

Koos is verpleegkundige in de gehandicaptenzorg en schrijft in de rapportage over Paul: “Paul is 52 jaar en

heeft het syndroom van Down. De laatste tijd houdt hij zich steeds meer afzijdig van de groep en trekt zich

terug op zijn kamer. Hij komt steeds vaker te laat aan tafel. Dat was een paar maanden geleden ondenkbaar.

Ook wordt zijn uiterlijk slordiger, terwijl hij het altijd belangrijk vond dat hij er goed uitzag. Hij kleedde zich met

zorg. Nu komt hij weleens op de groep met zijn broek open en het overhemd uit de broek. Hij haalt de dagen

door elkaar en is soms echt de kluts kwijt. Hij trekt bijvoorbeeld zijn pyjama midden op de dag aan om te gaan

slapen. Hij begrijpt dan niet dat het nog maar middag is. Verschillende disciplines hebben hem geobserveerd

en in het MDO zijn de gegevens vergeleken en de veranderingen bij Paul besproken. De uitkomst is dat Paul

dementerend is. Zijn begeleidingsplan wordt door mij hierop aangepast.”