Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  41 / 72 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 41 / 72 Next Page
Page Background

MBO-Verpleegkundige

Fase 2

41

3

Uitvoeren

De opdrachten uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de

voortgangsbeoordelingslijst.

De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken.

Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. De sociale netwerkkaart en een plan van aanpak

Je begeleidt zorgvragers bij het behouden of vergroten van het sociale functioneren. Hierbij bied

je sturende en activerende begeleiding waarbij je iedere zorgvrager stimuleert om handelingen en

activiteiten op sociaal of maatschappelijk gebied zoveel mogelijk zelf uit te voeren. Je kiest zorgvragers

met verschillende stoornissen, beperkingen en indien mogelijk in verschillende leeftijdsfasen.

• Beschrijf de aandoening, de gevolgen en de betekenis van de aandoening voor het sociaal en

maatschappelijk functioneren van de zorgvrager.

• Maak een sociale netwerkkaart van de zorgvrager.

• Maak een plan van aanpak voor de begeleiding van de zorgvrager bij het behouden of vergroten van

het sociale functioneren.

• Leg het plan voor aan de zorgvrager en zo nodig aan diens wettelijke vertegenwoordiger en je team.

Stel op basis van de feedback je plan bij.

• Voer het plan uit.

• Je controleert tijdens en na de uitvoering van het plan of je voldoet aan de verwachtingen van de

zorgvrager. Je legt de uitkomsten schriftelijk vast en laat een collega deze voorzien van feedback.

• Evalueer de uitvoering van het plan met de betrokkenen waarbij je ingaat op het effect van de

uitvoering van het plan voor de zelfredzaamheid.

Sociale netwerkkaart, plan van aanpak: WP 1.4: C, D

B. Gesprek met een mantelzorger of naaste

Voer een gesprek met een mantelzorger of naaste over draaglast en draagkracht en het versterken van

de draagkracht.

• Kies een zorgvrager waar de mantelzorger of naaste actief bij betrokken is.

• Beschrijf de aandoening van de zorgvrager, de gevolgen en de betekenis daarvan voor het sociaal en

maatschappelijk functioneren van de mantelzorger of naaste.

• Voer een gesprek met de mantelzorger of naaste waarbij je ingaat op de draagkracht en draaglast.

• Geef tijdens het gesprek concrete adviezen voor het versterken van de draagkracht van de

mantelzorger of naaste.

• Evalueer het gesprek met de mantelzorger of naaste.

Verslag: WP 1.4: C, R