Bijlage 4 Richtlijnen Beoordelingsgesprek
Een beoordelingsgesprek is een gestructureerd gesprek over (een deel
van) je werkzaamheden die horen bij een werkproces. In het gesprek leg
je uit welke kennis en vaardigheden je wanneer en op welke wijze hebt
ingezet. Je legt uit waarom je bepaalde keuzes heb gemaakt. Ook kan in
het beoordelingsgesprek worden vastgesteld of het beroepsproduct door
jou is gemaakt, en dus authentiek is.
Vooraf is vastgesteld over welke werkprocessen en welke competenties
het gesprek zal gaan. In de opdracht staat bij de competenties waaraan
je gedrag moet voldoen en welke resultaten je moet bereiken. Door het
beoordelingsformulier van de opdracht te lezen, weet je wat de inhoud van
het gesprek zal zijn.
Bij de voorbereiding van je gesprek kun je deSTARR(T)-methode gebruiken.
Het is niet altijd nodig dat in een beoordelingsgesprek elk onderdeel van
STARR(T) aan de orde komt. Een beoordelingsgesprek is altijd individueel.
Onderstaande vragen kunnen voorkomen in een beoordelingsgesprek:
Situatie
De beoordelaar vraagt naar de concrete beroepssituatie. Beschrijf wie,
waar, wanneer, omstandigheden:
• Waar heb je de opdracht uitgevoerd?
• Moest je deze opdracht zelfstandig uitvoeren?
• Wie begeleidde je op welke momenten?
• Wie was er verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de
opdracht?
Taak
De beoordelaar vraagt naar de taak van de student in die situatie:
• Wat was de precieze opdracht?
• Wie waren er bij deze opdracht betrokken?
• Wie bepaalde aan welke specificaties het resultaat moest voldoen?
• Aan welke specificaties moest het product voldoen?
• Wie controleerde op welke momenten of je product aan deze specifi-
caties voldeed?
• Wie was (eind)verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole van het
bestand?
80
Examendossier
