CZW20120207 - page 16

14
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG -PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN
voldoende
goed
onvoldoende
Werkproces 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal maatschappelijk gebied
C Begeleiden
–– motiveren
–– anderen ontwikkelen
T
Dit betekent dat:
• je kansen en mogelijkheden schept voor cliënten om zich te
ontwikkelen
• je cliënten motiveert om doelen te bereiken
• je feedback geeft op het gedrag van cliënten
zodat:
• door jouw acties de cliënten met een positieve instelling de
activiteiten uitvoeren
• je de cliënten in hun ontwikkeling stimuleert.
E Samenwerken en
overleggen
–– anderen raadplegen en
betrekken
T
Dit betekent dat:
• je overlegt tijdens activiteiten over je aanpak
• je tijdig hulp inschakelt bij knelpunten of onvoorziene
voorvallen
zodat:
• je de kwaliteit en de continuïteit van je begeleiding
handhaaft.
L Materialen en
middelen inzetten
–– materialen en middelen
doelmatig gebruiken
–– geschikte materialen en
middelen kiezen
–– goed zorgdragen voor
materialen en middelen
R
Dit betekent dat:
• je de juiste materialen en middelen voor de activiteiten kiest
• je zorgvuldig en netjes met materialen en middelen omgaat
• je ervoor zorgt dat materialen en middelen onderhouden zijn
zodat:
• je activiteiten veilig en efficiënt verlopen.
Q Plannen en
organiseren
–– activiteiten plannen
–– tijd indelen
–– voortgang bewaren
T
Dit betekent dat:
• je ruim van tevoren de activiteiten regelt en plant
• je de benodigde tijd inschat voor de activiteiten
zodat:
• door jouw toedoen de activiteiten daadwerkelijk uitgevoerd
kunnen worden.
U Omgaan met
verandering en
aanpassen
–– aanpassen aan veranderde
omstandigheden
P
Dit betekent dat:
• jij je handelen snel en flexibel aanpast bij agressie, lastige
en/of crisissituaties
• je, indien nodig, interventies toepast
zodat:
• cliënten leren van de situatie en/of gevaar
• schade voorkomen wordt.
1...,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15 17,18,19,20,21,22,23,24
Powered by FlippingBook