COMPETENTIEWIJZER
13
Competentie T: Instructies en procedures opvolgen
Werkprocessen:
1.1Maakt eenwerkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan
(BP 1.2, BP
1.3, BP 2.2, BP 2.3, Proeve 1)
Componenten:
instructies opvolgen
Eindgedrag:
Je volgt bij het maken van jouwwerkplanning de instructies en aanwijzingen op.
Je houdt rekeningmet het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan.
1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie
(BP 1.3, Proeve 1)
Componenten:
instructies opvolgen, werken conform veiligheidsvoorschriften
Eindgedrag:
Je werkt volgens de werkplanning.
Je werkt volgens instructies.
Je werkt volgens richtlijnen.
Je werkt volgens (veiligheids)voorschriften.
Je werkt volgens de visie van de organisatie.
Je werkt volgens de wettelijke regelgeving.
Je werkt volgens de beroepscode.
Je werkt volgens de geldende protocollen.
1.4 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren
(BP 1.1, BP 2.3, Proeve 1)
Componenten:
werken conform veiligheidsvoorschriften
Eindgedrag:
Je werkt volgens veiligheidsvoorschriften.
1.5Handelt in onvoorziene situaties
(BP 2.2, BP 2.3, Proeve 1, Proeve 2)
Componenten:
werken conform veiligheidsvoorschriften, werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen
Eindgedrag:
Je rapporteert op tijd, duidelijk en precies aan collega’s en/of leidinggevende over de onvoorziene of onveilige
situaties.
3.2 Stemt de werkzaamheden af
(BP 2.1, Proeve 2)
Componenten:
discipline tonen
Eindgedrag:
Je bereidt je voor op werk- en teamoverleg.
Je komt op tijd.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de regels van de Nederlandse taal
•
•
de afspraken van de instellingm.b.t.
het werken volgens werkplanning
•
•
de instructies, richtlijnen en geldende
protocollenm.b.t. het uitvoeren van
je werkzaamheden
•
•
de (veiligheids)voorschriften
•
•
de wettelijke regelgeving
•
•
de beroepscode
•
•
het werkveld
•
•
in goed Nederlands communiceren
•
•
de kwaliteit van je werk garanderen
doordat jij je houdt aan voorgeschreven
richtlijnen
•
•
je werk uitvoerenmet inachtneming van
regels en procedures
•
•
.......................................................
•
•
communicatief
vaardig
•
•
sociaal vaardig
•
•
methodisch
(planmatig)
•
•
kwaliteits-
bewust
•
•
betrokken
•
•
leergierig