CZW20120014

Beroepsprestatie 1.2 Beginnenmet zorg Deze ontwikkelgerichte beroepsprestatie gaat over de dagelijkse zorg voor de zorgvrager, ook wel basiszorg genoemd. In opdracht B . kies je, in overlegmet je begeleider, drie zorgvragers. Om zoveel mogelijk te kunnen leren, kies je voor zorgvragers die zoveel mogelijk van elkaar verschillen in leeftijd, achtergrond, ziekte, stoornis, beperking en zelfzorgtekorten (voor zover dat mogelijk is op jouw BPV-plek). Formuleer leerdoelenmet betrekking tot je kennis over de ziekte, stoornis of beperking en de invloed daarvan op het leven(sverhaal) van iedere zorgvrager. Gebruik je leerboeken, de bibliotheek of het internet om antwoord op je vragen te krijgen. Vraag je begeleider waar je de protocollen die gebruikt worden in de zorgorganisatie, kunt vinden. (Een protocol is een document dat tot doel heeft zorgverleners te ondersteunen bij het uitvoeren van zorginhoudelijke handelingen. Met andere woorden: het geeft aan hoe een handeling uitgevoerd kan worden. Een protocol geeft stap voor stap aan hoe iets gedaan moet worden. Een protocol wordt ook wel handelingsschema genoemd.) Lees deze protocollen door en vergelijk zemet de gebruikte protocollen op school. Zijn er verschillen? Observeer je collega’s met behulp van de protocollen. Maak met behulp van de kennis die je hebt opgedaan over de ziekte, stoornis of beperking, het levensverhaal van de zorgvrager en de protocollen een aangepast handelingsschema (protocol) voor ieder van de drie zorgvragers. In dit handelingsschema heb je de specifieke aandachtspunten voor de zorgvrager verwerkt. (Bijvoorbeeld als de zorgvrager een gehoorapparaat heeft, neem je in het handelingsschema voor deze zorgvrager op dat je het gehoorapparaat reinigt en indoet.) Maak in jouw handelingsschema onderscheid tussen voorbereiding, uitvoering en nazorg. Voor een voorbeeld van een handelingsschema kun je kijken op: http://www.i-care.nl/assets/icare2/beeld/basisfase/ handelingsschema.pdf . Leg je handelingsschema voor aan je team. Na akkoord verzorg je daarna, onder begeleiding, de zorgvragers zelf volgens jouw handelingsschema. Vraag feedback aan je begeleider. Opdracht C . gaat over mobiliteit en transfers. Bestudeer voor deze opdrachten de handleidingen/instructie van de hulpmiddelen. Begeleid daarna een zorgvrager in het gebruik van deze hulpmiddelen. Je hebt daarbij specifiek aandacht voor de veiligheid. Beschrijf in een verslag hoe je de zorgvrager hebt begeleid, hoe je de bestaande protocollen hebt opgevolgd en welke instructie je de zorgvrager hebt gegeven en het effect daarvan op de zorgvrager. Vraag feedback aan je begeleider en noteer deze in je verslag.

56

VERZORGENDE-IG 3 - Fase 1, 2 EN 3

Made with