CZW20120014

Nadat je het sociogram gemaakt hebt, kies je een activiteit die jemet de groep gaat uitvoeren. Kies een activiteit die de onderlinge interacties verbetert. Maak daarvoor gebruik van het sociogram en het profiel van de groep. Beschrijf waarom jij voor deze activiteit kiest. Als je in de kraamzorg of thuiszorg werkt, ga je bij deze opdracht uit van (de interacties binnen) twee gezinnen of van zorgvragers bij het benutten van (interacties met) hulpverleningsinstanties. Beroepsprestatie 2.6 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag In deze beroepsprestatie leer je om te gaanmet grensoverschrijdend gedrag. In de praktijk wordt ook wel gesproken over moeilijk hanteerbaar gedrag of probleemgedrag. Voordat je begint, zorg je ervoor dat je goed in beeld hebt welke vormen van afwijkend grensoverschrijdend gedrag er voorkomen op jouw BPV. Bespreek dit met je collega’s. Ga daarbij de discussie niet uit de weg. Het helpt je om duidelijk te krijgen waar de grens ligt tussen toelaatbaar gedrag en grensoverschrijdend gedrag. Daarna kies je een situatie waarin je temaken hebt gehadmet grensoverschrijdend gedrag. Bij de keuze van een situatie waarbij sprake was/is van een zorgvrager met grensoverschrijdend gedrag of moeilijk hanteerbaar gedrag kun je denken aan: • het gillen en schreeuwen van een zeer angstige patiënt • dwangmatig vraaggedrag van een licht dementerende zorgvrager die argwanend is • een afwerend kind dat niet behandeld of verzorgd wil worden • een automutilerende zorgvrager met een verstandelijke beperking • een agressieve zorgvrager in bijvoorbeeld een ontwenningskliniek • een claimende zorgvrager • een zorgvrager of mantelzorger die seksueel intimiderend gedrag vertoont. Kies twee zorgvragers en observeer beide gedurende twee wekenmet behulp van een gedragsbeoordelingslijst. In demeeste organisaties zijn deze lijsten wel voorhanden. Gebruik deze observatie om het gedrag verder te beschrijven (opdracht C .). Voor opdracht D . beschrijf je een situatie die je zelf hebt meegemaakt. Bedenk bij de situatie welke leervragen jij hebt. Maak die vragen zo concreet mogelijk. (Voorbeeldvragen: wat als ik…, had ik de situatie kunnen voorkomen als ik…Hoe komt het dat de aanpak die ik koos niet het gewenste effect had?) In de intervisiebijeenkomst die daarop volgt, wil je een antwoord op die vragen krijgen. Vraag na afloop feedback op jouw inbreng. Deze intervisie kan ook binnenschools plaatsvinden. Deze situaties kun je in alle branches tegenkomen.

68

VERZORGENDE-IG 3 - Fase 1, 2 EN 3

Made with